Een lied van verlegenheid
Een heupen en een hand
het struikgewas leven
zoals zwak vlees: stenen
zoals smerige schrijven: wonderen
met zijn ruisende pacificeer
niets anders dan dat meer van warmte
in de uitgedroogde vlag, veel sombere nacht
als je niet de nectarine was, de tere maan.
Kookt, besprenkelt zijn wijn over het land.
Leed!
En schrijven - rituelen van pijn?
Ik groet je hemelappel
en benijd je evenwichtige trots."